‘De belichaming
Het restant vreemd leven dat je uitstoot
Tussen de parels van je zweet
Sterf ik een kleine dood
Zoals enkel de onbezoedelde geest weet
En onverschrokken overgegeven aan
Baad ik in jou
De eerste nacht een onherroepelijk leed
En besef dat achter de grens van het bestaan
Ieder individu eindigen zou.’
(2006)
Zoals elke maker een aantal duidelijk invloeden heeft, heb ik deze ook. De voornaamste invloeden in mijn werk, en sowieso in mijn jonge leven, zijn de Franse filosoof Georges Bataille, de Amerikaanse schrijver Chuck Palahniuk en de Britse schilder Francis Bacon.
Bataille
Ik ben in 2004 ongeveer in aanraking gekomen met het oeuvre van Georges Bataille, een Franse filosoof in navolging van Friedrich Nietzsche, Marquis de Sade en Sigmund Freud. Zijn voornaamste thema’s zijn dood en religie. Wat ik vooral interessant vind aan zijn theorieën zijn die van de continuïteit en de discontinuïteit. Ik geloof dat mensen hun oerdriften terugvinden door het overschrijden van grenzen, vooral op fysiek en seksueel vlak. Deze wijzen de mens er op dat zij sterfelijk zijn, en dat we eigenlijk te arrogant zijn om dat te erkennen. Deze koppeling zie je terug in bijvoorbeeld het Christendom, en de opoffering van Christus voor de erfzonde. Hij erkende en accepteerde zijn sterfelijkheid volgens de bijbel.
Dit vind ik een ontzettend mooi gegeven.
Misschien dat ik daarom zo gefascineerd ben door lichaamsvocht, omdat ze mij erop wijzen dat de mens breekbaar is, dat de mens eindig is. Dat het kapsel waarin onze ziel, maar ook al onze tere organen en onze mentale chaos worden bewaard, kapot kan gaan. Dat er gaten in ons lijf zitten die ervoor zorgen dat er vanalles uit kan, maar ook binnen kan komen. Dat we vloeibaar zijn van binnen, en vast van buiten. Dat we een soort waterballon zijn die elk moment uit elkaar kan spatten en dat dat het einde dan is. Ik vind het fijn om hier op gewezen te worden. Ik vind het fijn om fysieke en mentale pijn te ervaren (wat niet meer dan normaal is voor een mens, om daar tot op zekere hoogte van te genieten) omdat dit ons erop wijst dat we breekbaar zijn. Misschien is de vergankelijkheid, de gedwongen vergankelijkheid, waar Bataille het over heeft, hetgene dat me daadwerkelijk zo aanspreekt. Voor mij zijn de lichaamssappen een abstracte verbeeltenis van deze vergankelijkheid. We zijn een vaste vorm, sterven, en worden weer vloeibaar.
Het is iets biologisch, iets psychisch, iets filosofisch. Tot op zekere hoogte ben ik hier altijd al door gefascineerd geweest, niet alleen door de dood, maar ook door de fysieke vorm waarin wij wederkeren na het sterven. De opbouw van ons lichaam, de vele verschillende vloeistoffen die ons bij elkaar houden, zonder dat we pudding worden. In alle verschillende diktes, kleuren, vormen, geuren. Het feit dat lichaamssappen die een mens in zekere zin maken tot wat hij is, die alles regelen, ons dagelijks functioneren beïnvloeden, mensen kunnen afstoten of juist aantrekken. Dat er tijdens een seksuele handeling sappen vrijkomen die maken dat wij ons kunnen vermenigvuldigen. We ontstaan uit een sap, we bestaan uit een sap en we vergaan in een sap. Ik denk dat dit de kern van mijn fascinatie is, die wordt aangesterkt door de filosofie van Bataille.
Tuesday, December 15, 2009
Subscribe to:
Post Comments (Atom)
No comments:
Post a Comment